We werken met de Strategische Agenda Flevoland aan regionale opgaven De komende jaren willen het Rijk en alle Flevolandse overheden langdurig samenwerken aan verschillende regionale opgaven. De Strategische Agenda Flevoland (SAF) is hier de basis voor. Hierin zijn de opgaven beschreven en zijn afspraken gemaakt over hoe Rijk en regio het samen willen aanpakken. Die afspraken ondersteunen en versterken elkaar. De SAF zal regelmatig vernieuwd worden met nieuwe resultaten en afspraken. Daarbij richten we ons op drie pijlers: Vitale steden en dorpen, Toekomstbestendige regionale economie en Robuust natuurlijk fundament. We proberen gezamenlijk te werken naar keuzes binnen de provincie zodat we met steun van het Rijk kunnen werken aan een toekomstbestendige ruimtelijke ontwikkeling van Flevoland. Implementatie van de Omgevingswet De Omgevingswet is per 1 januari 2024 in werking getreden. Vanaf dat moment hebben we focus op meer integraal werken, meer afwegingsruimte voor bestuur, flexibiliteit in de aanpak (maatwerk) en denken in mogelijkheden (ja, mits gedachte). En ook: versnellen en vergemakkelijken van besluitvorming én meer aandacht voor participatie. We werken met de omgevingsvisie 2050. Waarbij we blijven kijken naar het optimaliseren van processen zoals het initiatiefproces, participatie en het opleiden en trainen van onze medewerkers. Invoering van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) voor verbouwingen De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) is een nieuwe wet voor de toetsing van en het toezicht op bouwwerken bij het verlenen van omgevingsvergunningen. Deze wet ging op 1 januari 2024 in werking voor nieuwbouw. Naar verwachting wordt verbouw onder de nieuwe wet ingevoerd in 2025. De Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) voor verbouwingswerkzaamheden en renovatie is wederom uitgesteld, nu naar 1 juli 2025. Bij verdere invoering kunnen bouwbedrijven en gemeenten stap voor stap ervaring opdoen met het nieuwe toezicht in de bouw. Met deze wet wordt de preventieve toetsing van een bouwwerk niet meer door de gemeente uitgevoerd maar door een kwaliteitsborger. De vergunningplicht voor bouwwerken die vallen onder de Wkb verandert daarbij in een meldingsplicht. Ontwikkelingen woningmarkt De afgelopen jaren is het aantal te koop staande woningen in de gemeente afgenomen. Prijsstijgingen zijn ook in onze gemeente aan de orde; onder € 200.000 is vrijwel niets meer te koop en de duurdere segmenten worden duidelijk groter doordat woningen door prijsstijgingen steeds duurder worden. Er is een landelijk woningtekort. Ook de lange, te doorlopen procedures en de stijgende bouwkosten spelen mee als factoren binnen onze gemeente. Dit is ook merkbaar in onze gemeente. Daarnaast is er sprake van een bevolkingsgroei. Dit komt onder andere door de toename van bijzondere doelgroepen (waaronder vluchtelingen, statushouders en arbeidsmigranten). Vanuit Flevoland en vanuit Regio Zwolle ligt de vraag om, naast onze autonome groei, bij te dragen aan het oplossen van het woningtekort. Het accent op wonen is veranderd; van een woonhuis naar een leefhuis. Een huis moet ook mogelijkheden bieden om te kunnen werken, te vergaderen, te relaxen en zorg te ontvangen. De afstand tussen werk en woning lijkt minder van belang te zijn. Bouwen aan een samenleving Wonen is meer dan een huis, het gaat om leefbaarheid én wonen. Leefbaarheid geeft aan hoe goed de omgeving aansluit bij onze wensen en eisen. Het bouwen aan een leefbare en toekomstbestendige samenleving vraagt nadrukkelijker aandacht dan voorheen. Diverse thema’s zijn aan leefbaarheid verbonden. Zoals een gezonde en fijne woonomgeving, goed economisch klimaat, sociale inclusie, wonen met zorg, voorzieningen, bereikbaarheid (Lelylijn/N50), etc. Het fysieke en sociale domein komen hier bijeen. Klimaatverandering Het klimaat verandert. Dit betekent in de toekomst: hogere temperaturen, een sneller stijgende zeespiegel, nattere winters, heftigere buien en kans op drogere zomers. De kans op wateroverlast en gezondheidsproblemen door oververhitting, neemt dan toe. We willen onze inwoners ook in de toekomst laten wonen en werken in een veilige, gezonde én groene omgeving. Een klimaatbestendige inrichting vraagt in nieuwe en bestaande wijken, maar dit geldt ook voor ons landelijk gebied, meer ruimte voor water en groen. Bij aanleg en het toekomstig beheer en onderhoud zijn daarvoor extra maatregelen nodig. Het aantal meldingen vanuit inwoners neemt toe Door bijvoorbeeld meer hevige buien en lange droge perioden neemt het aantal meldingen steeds meer toe die binnenkomen vanuit onze inwoners over beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Het tijdig oppakken van alle meldingen is soms een uitdaging. Daarin zit een sterke koppeling naar het nieuwe BOR en gekozen serviceniveaus. Water- en bodemsturend Inmiddels loopt ons water- en bodemsysteem tegen haar grenzen aan. Het vraagt om een samenhangende aanpak bij het omgaan met wateroverlast en droogte. We moeten water meer de ruimte geven en inzetten op stedelijk groen door de bodem zo weinig mogelijk af te dekken en te zorgen voor een goede bodemkwaliteit. We sturen op water en bodem. Om daaraan de gevraagde sturing te geven heeft het Rijk de “Maatlat voor een klimaat adaptieve groene gebouwde omgeving” opgesteld. Deze maatlat geeft aan overheden en de bouwsector duidelijkheid hoe we klimaatbestendig moeten bouwen in het veranderende klimaat. Het Rijk werkt daarbij toe naar een minder vrijblijvende aanpak. Voor nu is de maatlat nog geen wettelijke verplichting, maar het Rijk verkent de mogelijkheden voor een juridische borging. Energietransitie Vanuit het Klimaatakkoord zetten we ons in om de energietransitie plaats te laten vinden. Doel is het reduceren van CO2 uitstoot. Congestie op het elektriciteitsnet vergroot deze uitdaging. Vooral bedrijven hebben hier last van. Sommige bedrijven proberen door innovaties en experimenten de netcapaciteit het hoofd te bieden. Zij vragen medewerking van de gemeente. Dit is vaak nieuw terrein waar nog geen beleid voor bestaat. Netbeheerders werken tegelijkertijd aan het vergroten van de netcapaciteit, onder andere door extra infrastructuur aan te leggen. Voorbeelden zijn de verzwaring aan het middenspanningsnet door Liander en de plannen van EZK en TenneT voor extra hoogspanningslijnen van en naar het verdeelstation Ens. De hoge energieprijzen zorgen voor problemen bij huishoudens, ondernemers en maatschappelijke organisaties. Energie besparen, overstappen op duurzame bronnen en innovatie zijn oplossingen, maar deze zijn vaak lastig financierbaar. De rijksoverheid heeft hier instrumentarium en middelen voor, zoals het Nationaal Isolatieprogramma (NIP) als onderdeel van het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW). Hierdoor groeit het takenpakket van de gemeente. Het rijksbeleid is weinig consistent. Daardoor is het voor zowel particulieren als ondernemers moeilijk om investeringsbeslissingen te nemen voor verduurzaming. Maar die stappen moeten wel snel gezet worden om de doelen voor 2050 te halen. Door krapte op de arbeidsmarkt blijkt de energietransitie een extra grote uitdaging. Juist bij beroepen gekoppeld aan de overgang naar schonere energie is het moeilijk om aan personeel te komen. Dit geldt vooral voor technisch personeel bij netbeheerders en bedrijven die de transitie moeten uitvoeren. Ook bij adviesbureaus en overheden is het moeilijk om de benodigde vacatures in te vullen. Hierdoor staan ambities en doelstellingen onder druk en kunnen projecten vertraging op lopen. Verder neemt het aandeel elektrische auto's toe. Daarbij ontstaan betere ontwikkelingen in thuisbatterijen. Hoe het afschaffen van de saldering effect gaat hebben op de elektrische automarkt is een ontwikkeling die moeilijk te voorspellen is. Circulaire economie Het Rijk streeft naar een volledig circulaire economie in 2050, met als tussendoel 50% minder verbruik van primaire grondstoffen (mineraal, fossiel en metalen) in 2030. Onze provincie wil dat Flevoland in 2030 bekend staat als grondstoffenleverancier voor de circulaire economie. Om deze doelen te bereiken, komen er landelijke en provinciale transitieagenda’s met concrete programma’s op het gebied van biomassa & voedsel, kunststoffen, maakindustrie, bouw en consumptiegoederen. Ook vanuit onze milieustraat kijken we hoe we verder onze rol kunnen versterken in het circulair maken van onze afvalstromen. Meer aandacht voor kwaliteit van de natuur Er is steeds meer aandacht voor behoud en versterking van de biodiversiteit. Daarnaast zijn de stikstofopgave en de bodem- en waterkwaliteit aandachtspunten geworden. Niet alleen in de Noordoostpolder, maar ook provinciaal, landelijk en internationaal. Er liggen kansen om de natuur en de biodiversiteit te behouden en versterken. Bijvoorbeeld door meer variatie en meer verbindingen te maken in (openbaar) groen. Daarnaast ontwikkelt de landbouw zich richting een toekomstbestendige bedrijfstak, met aandacht voor het bedrijfsmodel maar ook met aandacht voor een evenwichtig gebruik van natuurlijke bronnen. In de afgelopen jaren zijn programma’s en plannen gemaakt, zoals het Deltaplan Biodiversiteitsherstel en het Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG). Daarbij houden we oog voor de conflicterende belangen van landbouw, natuur, wonen en recreatie. Meer behoefte aan toezicht en handhaving in de openbare ruimte In onze veranderende samenleving stijgt de vraag naar toezicht en handhaving in de openbare ruimte. Denk aan afval(dumpingen), Mulderfeiten (o.a. parkeren van recreatievoertuigen) en jongerenoverlast. Daarom wordt steeds vaker een beroep gedaan op de buitengewone opsporingsambtenaren (boa’s). Hun plek in het veiligheidsbeleid, de samenwerking met de politie en hun eigen veiligheid, vragen daarbij serieuze aandacht. Landelijk wordt gewerkt aan het herijken van het beleid voor de boa’s. Verplichtend karakter van de brandweer Landelijk is er de laatste jaren discussie over het huidige brandweerstelsel, dat gebaseerd is op een combinatie van vrijwillige en beroepsbrandweer. Elementen uit de rechtspositie van de brandweervrijwilligers blijken in strijd met Europese regelgeving en met jurisprudentie van het Europese hof van Justitie. Hierdoor kan de huidige situatie niet ongewijzigd in stand blijven. Landelijke besluitvorming op dit dossier blijft nog uit. Het is nog niet duidelijk wat de exacte impact zal zijn op de Veiligheidsregio Flevoland en de gemeente Noordoostpolder – zowel organisatorisch als financieel. |