Programma's

Financiën

Programma omschrijving

Dit programma gaat over de financiële dekkingsmiddelen van onze gemeente. Dit zijn onder andere de belastingen, leges, algemene en specifieke uitkeringen van het Rijk en de post onvoorziene uitgaven. De afzonderlijke delen vormen als geheel de dekking voor een structureel duurzaam
evenwicht van lasten en baten.

Programma doelstelling

Een uiteenzetting geven van het financiële (meerjaren)beleid en van de (verwachte) financiële ontwikkelingen. Het uitgangspunt is een gezond en evenwichtig financieel beleid dat gericht is op het ook op langere termijn kunnen betalen van het (gewenste) voorzieningenniveau met aandacht voor de lokale lastendruk. De meerjarenprogrammabegroting is opgezet van uit de doelstelling dat deze de beleidsmatige en financiële aspecten zo eenvoudig en transparant mogelijk gepresenteerd worden.

Portefeuillehouder

Portefeuille

Wout Jansen

Financien

-

-

-

-

Wat zijn de belangrijkste trends en ontwikkelingen?

Algemene uitkering
De essentie van de meerjarenprogrammabegroting 2025 - 2028 is de er door het Rijk duidelijkheid verschaft is voor het niveau en stabiliteit van de algemene uitkering voor 2025 en verder. Het opvallende is dat het Rijk dit met terugwerkende kracht van 2024 heeft laten ingaan. Het Rijk veronderstelt met de nieuwe methodieken voor het bepalen van de algemene uitkering voor gemeenten dat niet alleen duidelijkheid gegeven is over het niveau en stabiliteit van de algemene uitkering, maar ook dat gemeenten voldoende middelen (lees: voldoende algemene uitkering uit het gemeentefonds) krijgen als aanvulling op de eigen mogelijkheden om middelen te genereren.

De hoogte (het niveau) van de algemene uitkering blijft tot op zekere hoogte onzeker en is jaarlijks onderwerp van gesprek bij het opstellen van de perspectiefnota en volgende meerjarenprogramma-begroting. In 2024 bleek de meicirculaire niet substantieel af te wijken van de prognoses die gemaakt konden worden voor de hoogte van de algemene uitkering voor 2025 en verder. Met de invoering van de nieuwe berekeningssystematieken voor de groei van het accres en de index voor inflatiecorrectie en het afschaffen van de opschalingskorting heeft het Rijk voor de jaren 2024 tot en met 2029 incidenteel een zogenoemde ingroeitegemoetkoming vastgesteld die in totaal € 4.513.102 bedraagt. Deze tegemoetkoming wordt door middel van de kasschuifmethodiek voor € 1.541.520 ingezet voor 2026, om daarmee voor de gehele meerjarenbegrotingsperiode een even optimale als methodisch correcte verwerking van de algemene uitkering te bewerkstelligen. Het Rijk kort gemeenten eenmalig in 2025 als gevolg van tekorten die zij heeft door het invoeren van de nieuwe systematieken en de afschaffing van de opschalingskorting. Om dat tekort op te heffen kort het Rijk gemeenten in 2025 eenmalig voor een bedrag ter grootte van de opschalingskorting van
€ 675 miljoen landelijk, wat voor gemeente Noordoostpolder een negatief effect heeft van € 1,8 miljoen.

Gemeente Noordoostpolder heeft de beleidslijn dat de algemene uitkering voor het laagste niveau van de meerjarenbegroting als structureel verwerkt wordt en dat de afwijkingen daarvan verwerkt worden ofwel verevend worden door middel van de kasschuifmethode ofwel door interventie van de reserve Beleidsplan dan wel door een combinatie van deze twee methodieken. Het uitgangspunt is drieërlei. Het voldoen aan de voorschriften Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), optimalisatie van de mogelijkheden tot realisatie van de gemeentelijke ambities en doelen en het borgen van adequate financiële positie.    
Het Rijk suggereert met de gewijzigde systematieken voor de berekening van de algemene uitkering gemeenten een stabiele, solide en duurzame financiële basis te bieden, hetgeen niet het geval is, zo werd (her)bevestigd in de Voorjaarsnota 2024 van het Rijk en met de meicirculaire 2024. De algemene uitkering neemt qua omvang met ingang van 2026 af. De VNG-redeneert dat bij het hanteren van de oude systematieken en het trap-op/trap-af principe gemeenten naar 2028 oplopend tot € 3,2 miljard inleveren. Voor gemeente Noordoostpolder komt dat neer op circa zo’n € 8,5 miljoen structureel.

Gemeente Noordoostpolder heeft altijd de verdeling tussen incidentele en structurele algemene uitkering aangehouden voor de verwerking in de meerjarenprogrammabegroting, waardoor er ten opzichte van de eerdere begrotingen nu geen negatief ontstaat voor de structurele algemene uitkering. Echter: er zit een maar aan vast. Het Rijk werkt weliswaar met inflatiecorrectie, maar doet dit door middel van een index. Een index is een door het Rijk aanpassingspercentage van de algemene uitkering, wat in de huidige praktijk niet gelijk is aan de werkelijke en verwachte inflatie. Het beleid is dat reëel begroot moet worden voor de benodigde budgetten en kredieten. Door de nieuwe systematieken van het Rijk voor de berekening van de algemene uitkering heeft de keuze die de raad maakt voor de te hanteren inflatiepercentages een positief of negatief effect wanneer deze afwijken van de indexen van het Rijk. Voorbeeld: wanneer het Rijk een index (aanpassing van de algemene uitkering) hanteert van 2,3% en raad stelt een inflatiecorrectiepercentage vast dat hoger is, omdat de raad reëel wil begroten, dan ontstaat er bij dezelfde ambities over de hele begroting genomen een structureel tekort.        

Voor specifieke doelen kan een gemeente steeds vaker specifieke middelen aanvragen. Voor diverse beleidsvelden waarvoor een uitkering aangevraagd kan worden, heeft het Rijk alvast generieke kortingen op de algemene uitkering doorgevoerd. Dat betekent dat voor gemeente Noordoostpolder bij gelijkblijvende doelen en ambities een korting op de algemene uitkering doorgevoerd is door het Rijk. De trend van het Rijk is om steeds meer met specifieke uitkeringen te werken. Voorbeelden zijn de duurzaamheidsopgave, de woningbouwopgave gezond leven en sport. De mate waarop de gemeente hierop anticipeert is medebepalend voor de te realiseren ambities in relatie tot de middelen die de gemeente hiervoor vanuit het Rijk kunnen krijgen, maar ook voor de reguliere exploitatiebegroting. Niet aangewende middelen van een specifieke uitkering moeten terugbetaald worden aan het Rijk. Het nieuwe kabinet heeft aangegeven het aantal specifieke uitkeringen terug te zullen dringen, onder de conditie dat er een generieke korting toegepast wordt van 10%. Het voordeel is dat de middelen weer een algemene uitkering worden en dat de middelen structureel aan de algemene uitkering toegevoegd worden. Voorbeelden zijn de Brede SPUK (Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA)), Integraal Zorgakkoord (IZA), Specifieke uitkering meerkosten energie openbare zwembaden en Specifieke uitkering versterking GGD’en.

Belastingen
Het Rijk baseert de algemene uitkering mede op de middelen die een gemeente zelf zou moeten genereren door middel van belastingen, retributies (leges), inkomsten uit bezittingen en opbrengsten uit verkopen. Het gaat dan onder andere om toeristenbelasting, OZB, afvalstoffenheffing, rioolheffing, verhuur en verkopen grond. Het Rijk past een korting toe op de algemene uitkering, ter grootte van het bedrag waarvan het Rijk veronderstelt dat een gemeente dit zelf aan inkomsten genereert, of kan genereren. De OZB is de belangrijkste eigen inkomstenbron en kent een directie relatie met de korting hiervan op de algemene uitkering, die concreet is en jaarlijks aangepast wordt. Steeds meer digitale dienstverlening is mogelijk door DigiD en de digitalisering van processen. De digitale dienstverlening aan inwoners en bedrijven wordt enerzijds uitgebreid en anderzijds gemakkelijker gemaakt. Voor 2025 zullen de inwoners en bedrijven dat merken door het operationeel worden van de Digitale Belastingbalie.

In de meicirculaire 2024 hanteert het Rijk voor 2025 een correctiepercentage voor de inflatie voor de OZB-tarieven van +6,3%. Voor de OZB heeft de raad door middel van een aangenomen amendement bij de perspectiefnota 2025 – 2028 besloten de OZB-tarieven voor 2025 met +4,3% te verhogen.  
Bij de behandeling van de perspectiefnota 2025 – 2028 heeft de raad een motie aangenomen om de tarieven voor de toeristenbelastingen voor 2025 meer te laten stijgen dan met de inflatiecorrectie van 2,3%. Conform de motie zullen de tarieven voor de toeristenbelasting 2025 als volgt verhoogd worden:
a.   een (mini)camping te verhogen van € 0,83 naar € 1,00, en;
b.   overige verblijven en onderkomens van € 1,23 naar € 1,45

Het nieuwe kabinet heeft aangekondigd een maximering te willen invoeren voor het stijgingspercentage dat gemeenten mogen doorvoeren voor de OZB-tarieven.

De bezwaren tegen de waardebeschikkingen hebben landelijk, en ook voor gemeente Noordoostpolder in 2023, een vlucht genomen. De oorzaken hiervan waren voornamelijk de substantiële waardestijging die woningen in 2022 hebben laten zien en de intensieve campagnes van no cure no pay bedrijven. Voor 2024 is geïnvesteerd in een vergaande geautomatiseerd/gerobotiseerd proceslandschap van de uitvoering van de wet WOZ om beheersbaarheid van de processen en borging van de kwaliteit te kunnen blijven garanderen. Aan het einde van het derde kwartaal van 2024 is gestart met de implementatie van de Belastingbalie die een aanzienlijke efficiëntie in de werkzaamheden tot gevolg zal hebben en voor de inwoners en bedrijven een hogere mate van dienstverlening zal betekenen. Naast de eigen maatregelen die getroffen zijn om de kans op (succesvolle) bezwaren doet afnemen, heeft het Rijk maatregelen getroffen om het aantal bezwaren van de no-cure no-pay bureaus in te perken. De eigen investeringen en de maatregelen van het Rijk hebben in 2024 geleid tot een grofweg halvering van het aantal bezwaren. In 2025 zal blijken of deze lijn voortgezet wordt, of dat het aantal bezwaren juist verder daalt en weer stijgt. Door alle optimalisaties is het de verwachting dat alle WOZ-processen in eigen beheer afgewikkeld kunnen worden. Vanwege het specialistische en tijdrovende karakter van de afwikkeling van beroepszaken blijft dat voor dit onderdeel onzeker.  

Treasury
Gemeente Noordoostpolder heeft liquide middelen en zet deze uit bij de Rijksoverheid en bij andere decentrale overheden. De ontwikkeling van de rente is onzeker, maar de trend voor 2025 is een neerwaartse, maar dat deze weer het nulpercentage zal naderen. Voor welk bedrag de komende begrotingsjaren middelen weggezet kunnen worden, is afhankelijk van de omvang en snelheid van realisatie van de gemeentelijke ambities. Het voeren van grondexploitaties neemt hierin een aparte positie doordat gronden aan- en verkocht worden met daartussen investeringen in planvorming en bouwrijp maken van gronden. Over een lagere periode beoordeeld is de invloed van de grondexploitaties nihil, tenzij voor een lange termijn substantieel strategische gronden aangekocht worden. Rekenkundig zal gemeente Noordoostpolder door middel van raadsbesluiten al haar huidige liquide middelen inzetten. Voorbeelden van majeure investeringsbesluiten zijn: de VO-Campus, het Bosbad en vijf nieuwe brandweerkazernes. Verder komen van uit een geactualiseerd Voorzien in Vastgoed bijgestelde plannen naar voren die een groter beslag op middelen leggen dan tot nog toe begroot was.  

Voor de treasury wordt volgens de prognose van de uitvoering van het vastgestelde beleid aan het einde van de begrotingsperiode 2025 - 2028 de nulstand bereikt voor de liquide middelen. Wanneer alle ambities vorm krijgen in besluitvorming door de raad en ook uitgevoerd worden, wordt het moeten aantrekken van vreemd vermogen binnen deze meerjarenbegrotingsperiode waarschijnlijk. Een reële planning van de te realiseren door de raad vastgestelde ambities en bijbehorende uitgaven leidt tot een dito liquiditeitenplanning is, die essentieel voor een goed treasurybeleid.

Wat zijn onze reguliere taken?

Steeds vaker leiden nieuwe of geactualiseerde applicaties die een koppeling hebben met het belasting- en of het financiële pakket tot knelpunten in die koppeling. Daar waar voorheen koppelingen mogelijk waren en goed werkten, is het geen vanzelfsprekendheid dat deze koppelingen ook in de nieuwe situatie (op dezelfde integrale) wijze mogelijk zijn. Dit levert een risico op voor de continuïteit van bepaalde processen. Geen of suboptimale koppelingen hebben een negatieve uitwerking op de gevraagde personele inzet bij Financiën en Belastingen. Daar waar koppelingen op allerlei clusters in de organisatie voorheen werk uit handen namen, wordt de trend waarneembaar dat vanwege deze ontwikkelingen in het applicatie- en koppelingenlandschap weer meer werk door medewerkers uitgevoerd moet worden.

Beleidsreferenties

Verbonden partijen

-

-

-

-

-

-

-

Lasten, baten en saldo

x € 1.000

1.770

1,1%

127.760

68,1%

Deze pagina is gebouwd op 11/19/2024 10:45:29 met de export van 11/19/2024 10:42:57