Paragrafen

Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Kwantificeerbare risico’s

De top 10 kwantificeerbare risico's zijn als volgt:

1.    Grondexploitatie

Omschrijving risico
Het exploiteren van grond is risicovol. Het gaat vaak om langlopende exploitaties, waarbij schattingen gedaan worden. Bijvoorbeeld over marktontwikkelingen, ontwikkelsnelheid, kosten en opbrengsten. Op macro-economische ontwikkelingen, zoals de conjunctuur en rentestand hebben wij als gemeente geen invloed. Maar we kunnen deze ontwikkelingen wel signaleren en er goed op anticiperen. De gemeente Noordoostpolder heeft voor circa € 5,9 miljoen aan verliesvoorzieningen getroffen op de in exploitatie genomen bouwgronden (BIE’s). Daarmee zijn de financiële risico’s voor de grondexploitaties teruggebracht naar een acceptabel niveau onder de huidige waardering van de gronden. Verder is er binnen de Algemene Reserve Grondexploitatie (ARG) een bedrag van circa
€ 8,9 miljoen opgenomen als benodigde risicobuffer voor de BIE’s en de strategische gronden die onder de Materiële Vaste Activa (MVA) staan en toekomstige claims.
In de grondexploitatie Marknesse Zuid fase 3 worden op dit moment geen kavels verkocht. Dit komt door een hoger beroep dat over onder andere dit perceel speelt tussen de partij welke de grond heeft verkocht aan de gemeente en een eerdere eigenaar van de grond. In de rechtszaak wordt bepaald of het hoger beroep behandeld wordt of op de slaaprol blijft. Gezien de doorlooptijd van dit juridische dossier is het onduidelijk wanneer er kavels in Marknesse fase 3 verkocht kunnen worden. De gemeente hoopt dat er spoedig een positieve uitkomst is voor de mensen die nu in onzekerheid verkeren en in deze fase wonen. Het risicoprofiel is onzeker en niet te schatten (juridisch-financieel).

Oorzaak risico
Het gaat veelal over langlopende exploitaties, waarbij schattingen gedaan worden. Marktontwikkelingen, economische omstandigheden en inspraak van belanghebbende kunnen invloed hebben op de reëelheid van de schattingen.

Mogelijk gevolg
Bij wijzigingen van marktontwikkelingen, economische omstandigheden en gevolgen van inspraak belanghebbenden kunnen de inschattingen moeten worden bijgesteld, hetgeen (belangrijke) effecten op het resultaat kan hebben.

Beheersmaatregel
Omgang risico ziet op het verminderen ervan. Wanneer er een tekort op een grondexploitatie wordt geprognosticeerd, dan wordt er direct een verliesvoorziening gevormd, ter grootte van dit volledige verlies.
Er wordt een kwantitatieve risicowaardering uitgevoerd bij actieve grondexploitaties. Dit aan de hand van een Monte Carlo-analyse. Idem bij strategische gronden (MVA). Op deze wijze kan tijdig geanticipeerd worden op mogelijke tegenvallers door bijvoorbeeld de snelheid van de kaveluitgifte aan te passen en investeringen uit te stellen (bijvoorbeeld woonrijp maken). Ook wordt er gekeken of het programma nog voldoet aan de huidige marktvraag. Indien nodig kan hierop ingespeeld worden door de plannen tussentijds aan te passen.
De grondexploitaties worden bij voorkeur klein gehouden qua omvang (meer overzichtelijk) en er wordt daar waar mogelijk een duidelijke fasering aangebracht. Hierdoor lopen de kosten en opbrengsten per fase zoveel mogelijk in elkaars pas.

Omvang risico in euro’s:   €     8.188.000
Kans dat het risico plaatsvindt:              Divers
Financieel effect in euro’s:   €     3.966.000

2.    Tertiaire achtervang

Omschrijving risico
De gemeente staat garant voor leningen van de woningcorporaties. Woningcorporaties kunnen door deze garantstelling geld lenen tegen een lagere rente. De gemeente vervult een tertiaire achtervangfunctie. Dit betekent dat het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) eerst aansprakelijk wordt gesteld en de onderlinge waarborg van woningcorporaties (het zogenaamde obligo). Voor zover het WSW en het obligo niet kan bijdragen, zal de gemeente (25%) tezamen met het Rijk (50%) en overige Nederlandse gemeenten (25%) verplicht zijn om een renteloze lening te verstrekken aan het WSW. Daarom heet onze garantstelling een tertiaire (= 3e) garantstelling. Wij staan nu garant voor in totaal € 127 miljoen. Voor de berekening van de omvang van het risico gaat de gemeente uit van 25%. Het risicoprofiel wordt als zeer laag geschat.

Afgelopen jaren is het borgstelsel rondom WSW verbeterd ten gunste van de gemeenten. Dit heeft ertoe geleid dat vanaf 1 augustus 2021 nieuwe generieke achtervang overeenkomsten van toepassing zijn. In deze nieuwe achtervang overeenkomsten zijn onder andere de verdeelsleutel van inroepen garantstelling bij gemeenten gunstiger geworden. Ten opzichte van de oude overeenkomst is een extra laag, het hiervoor genoemde obligo, tussen gevoegd die als extra buffer dient bij financiële problemen. Ook de toerekening van de geborgde schulden is veranderd. De gemeente staat nu naar rato van de DAEB-bezittingen in de gemeente borg voor de totale schulden van de woningcorporatie. De overeenkomsten van vóór 1 augustus 2021 zullen met de tijd als gevolg van aflossingen minder worden.

Oorzaak risico
Het betreft een externe risico die zich voordoet als woningcorporaties niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen en het Waarborgfonds en de onderlinge waarborg van woningcorporaties al zijn aangesproken.

Mogelijk gevolg
Aantrekken van leningen die vervolgens renteloos moeten worden verstrekt aan de woningbouwcorporaties en in het uiterste geval niet terugbetaald kunnen worden.

Beheersmaatregel
Omgang risico ziet op het verminderen ervan. De beheersing van de geldleningen rust vooral bij de WSW. Met de corporaties zijn borgingsplafonds afgesproken. Het borgingsplafond is het bedrag dat een corporatie in een aangegeven periode maximaal mag lenen. Voor borging komen alleen activiteiten in aanmerking die behoren tot de bestedingsdoelen, zoals genoemd in de achtervang overeenkomst. Jaarlijks verstrekt de WSW een overzicht aan de gemeenten waarin de financiële ratio’s van de woningcorporaties zijn weergegeven inclusief vermelding van grenswaarden. Voor de corporaties waarin de gemeente in de achtervang staat zijn de werkelijke ratio’s allen (behoorlijk) gunstiger dan de grenswaarde.

Omvang risico in euro’s:   € 31.650.000
Kans dat het risico plaatsvindt:   10%
Financieel effect in euro’s:   €   3.165.000

3.    Jeugd

Omschrijving risico
Bij jeugdhulp spreken we over een openeinderegeling, omdat de inwoners altijd een beroep moeten kunnen doen op noodzakelijke zorg. De laatste twee jaren blijft het aantal unieke cliënten stabiel of neemt bij sommige zorg zelfs wat af. Dat geeft geenszins garantie dat deze trend doorzet, ook al zet de gemeente er, door middel van preventie, wel op in. We zien dat de zorgvraag vooral binnen de GGZ toeneemt. Onderzocht wordt of dit een trend is. We moeten ons bewust blijven dat het risico bestaat dat deze lasten kunnen fluctueren.

Mogelijk risico is dat de tarieven met de nieuwe contracten verder stijgen en hoger worden dan waar in de begroting rekening mee is gehouden.

In overleg met de “club van wijzen” en de VNG is door het Rijk een besparing op jeugdhulp doorgevoerd met ingang van 2026, dit als gevolg van de Hervormingsagenda jeugd. In hoeverre deze besparingen realistisch en haalbaar zijn is op dit moment lastig te duiden. De besparingen die gerealiseerd moeten worden door middel van de maatregelen zullen strak gemonitord worden door het Rijk. Het is nog niet duidelijk op welke wijze gemeenten structureel gecompenseerd worden, als de maatregelen niet de juiste uitwerking blijken te hebben.

Oorzaak risico
Jeugdhulp is een openeinderegeling. Meer duidelijkheid moet er nog komen over tariefstijgingen en welke gevolgen de aangepaste producten bij gezinshuizen, behandeld wonen en 3-milieu’s zal hebben op de financiën. Effectuering besparingen vanuit de Hervormingsagenda Jeugd is onzeker.

Mogelijk gevolg
Financiële tekorten m.n. als de effectuering van de beoogde besparingen onvoldoende zijn.

Beheersmaatregel
De omgang van het risico is deels het verminderen waar mogelijk en deels het aanvaarden ervan. Er zijn diverse beheersmaatregelen om dit risico te mitigeren, zoals:

  • Innovaties worden gemonitord om vast te stellen of ze werken.
  • Bij de complexere casuïstiek vindt er vanuit meerdere expertises een nadere analyse plaats.
  • Er wordt regie gevoerd op de noodzakelijkheid van de voorziening.
  • Bij herindicatie wordt er bekeken op welke wijze er afgeschaald kan worden.

Echter blijft het een openeinderegeling, waarbij de instroom niet kan worden tegengehouden als de zorg noodzakelijk wordt geacht.

Omvang risico in euro’s:   €     3.010.000
Kans dat het risico plaatsvindt:   70%
Financieel effect in euro’s:   €     2.107.000

4.    Garantstelling HVC

Omschrijving risico
De gemeente Noordoostpolder is aandeelhouder van HVC en staat garant voor deze onderneming. Daarvoor ontvangen wij jaarlijks een vergoeding van HVC. In 2023 was dat € 104.618.

Oorzaak risico
De gemeente Noordoostpolder is aandeelhouder van HVC en staat garant voor een beperkt percentage van de aandelen.

Mogelijk gevolg
Inroepen van garantiestelling door banken.

Beheersmaatregel
Omgang van het risico betreft het verminderen ervan. In de algemene vergadering van aandeelhouders zijn solvabiliteitseisen vastgesteld en HVC werkt toe naar een solvabiliteit van 25%, wat verwacht wordt medio 2027 bereikt te zijn.

Omvang risico in euro’s:   €   9.590.000
Kans dat het risico plaatsvindt:   10%
Financieel effect in euro’s:   €     959.000

5.    Participatie en minimabeleid

Omschrijving risico
Bij het minimabeleid komen de eventuele tekorten voor het grootste deel voor rekening van de gemeenten. Rijksbeleid met uitgavenplafonds bepaalt hoeveel middelen de gemeente van het Rijk ontvangt om de kosten te dekken. De economie bepaalt uiteindelijk welke vragen de gemeente moet beantwoorden. Hierdoor bestaat het risico dat de uitgaven hoger worden dan waar gemeenten door het Rijk voor worden gecompenseerd.

Als de economische onzekerheid toeneemt, zal de vraag naar meer en vaker ondersteuning toenemen en zal het ook direct zijn weerslag vinden op de bijstandsuitkeringen.

Voor het bekostigen van de uitkeringen, ontvangen gemeenten binnen de participatiewet een gebundelde uitkering bekend onder de naam BUIG. Doordat hier sprake is van een landelijk budget met objectieve verdelingen kan het zijn dat het landelijk budget niet hoog genoeg is om de kosten te dekken, of dat de middelen niet toereikend zijn voor de specifieke situatie van onze gemeente. De vangnetregeling die hiervoor bedoeld is, waarin een deel van de tekorten wordt afgetopt, wordt in het volgende jaar pas uitgekeerd.

Sinds 2022 wordt de loonkostensubsidie (LKS) over de gemeenten niet meer verdeeld via het objectief verdeelmodel, maar op basis van de laatst bekende realisaties. Bij de vaststelling van het voorlopige LKS budget wordt uitgegaan van de realisaties twee jaar (T-2) voorafgaand van het budgetjaar. Bij het definitieve budget zal van de realisatie van het voorgaande jaar (T-1) worden uitgegaan. Bij een toenemende trend van LKS liggen de uitgaven boven de inkomsten. Hierbij is het risico aanwezig dat, wanneer de groei sterker is dan onze eigen verwachting, er een tijdelijk tekort ontstaat.

Bij het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) bestaan er financiële risico’s voor de gemeente. Bedrijfskredieten worden door de gemeente voorgefinancierd, hetgeen in het jaar erop weer wordt vergoed door het Rijk. In de jaren erna moet de gemeente 75% van de verstrekkingen weer terugbetalen, waarbij het risico aanwezig is dat de aflossingen door de ondernemers hierop achterblijft.

Voor overige inkomensregelingen geldt, dat er mogelijk sprake is van minder gebruik dan er in potentie rechthebbenden zijn. De begroting is gebaseerd op het werkelijke gebruik. Doordat mensen verder in de knel komen en/of omdat er op onderdelen acties worden gedaan om onze regelingen beter bekend te maken, kan er sprake zijn van toenemend gebruik. Ditzelfde geldt voor mogelijke verbeteringen, ten behoeve van de positie van onze inwoners, die voortvloeien uit lopende onderzoeken naar ons minimabeleid of onderdelen daarvan.

Oorzaak risico
Sprake van openeinderegelingen waarbij risico aanwezig is dat kosten niet geheel worden gedekt door de overheid.

Mogelijk gevolg
Met name door economische omstandigheden kan het beroep dat op de verschillende regelingen wordt gedaan tot hogere uitgaven leiden dan door de overheid wordt bekostigd.

Beheersmaatregel
De omgang van het risico is deels het verminderen waar mogelijk en deels het aanvaarden ervan. Er zijn diverse beheersmaatregelen om dit risico te mitigeren, zoals:

  • Door zoveel mogelijk te zorgen voor uitstroom, zal de BUIG minder belast worden.
  • Sturen op dat werken loont, hierdoor wordt er minder gebruik gemaakt van de bijstand en het minimabeleid.
  • Er vindt scholing plaats via de Werkcorporatie (WeCo), hierdoor worden mensen in een betere positie naar werk gebracht.

Omvang risico in euro’s:   €     1.850.000
Kans dat het risico plaatsvindt:              Divers
Financieel effect in euro’s:   €        845.000

6.    Informatieveiligheid en privacy risico’s

Omschrijving risico
Door cybercriminaliteit kan de continuïteit van de gemeentelijke dienstverlening onder druk komen te staan en (persoons)gegevens van inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners kunnen onderschept of verwijderd worden

We zien een sterke toename van het aantal en de impact van cyber-en gedigitaliseerde criminaliteit, ook bij gemeenten. Belangrijk is om op te merken dat 100% veilig en toekomstbestendig niet bestaat; kwetsbaarheden, dreigingen en daarmee ook het informatiebeveiligingsproces, veranderen continu. Wij zijn als gemeente constant in beweging en spelen in op nieuwe ontwikkelingen en treffen passende maatregelen op basis van risicomanagement. Welke dit zijn staat beschreven in de paragraaf Bedrijfsvoering, onder het kopje Informatieveiligheid en privacy.
Op basis hiervan achten we de kans klein dat we als gemeente gehackt worden. Maar de impact ervan kan heel groot zijn. Ook financieel gezien kan de impact aanzienlijk zijn. De kosten als gevolg van bijvoorbeeld een kwetsbaarheid in software, een hack of ransomware kunnen oplopen van enkele duizenden euro’s tot een paar miljoen euro. Daarnaast is het mogelijk dat de gemeente bijvoorbeeld als gevolg van een datalek, een boete opgelegd kan krijgen door de Autoriteit Persoonsgegevens.

Oorzaak risico
Het uitvallen van een of meerdere ICT-systemen of door een volledige storing/ hack/ ransomware.

Mogelijk gevolg
De continuïteit van de gemeentelijke dienstverlening onder druk komen te staan en (persoons)gegevens van inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners kunnen onderschept of verwijderd worden.

Beheersmaatregelen
De omgang van het risico is het verminderen ervan. Er zijn beheersmaatregelen volgens de BIO en er wordt steeds meer ingezet op monitoring en response, maar het risico is niet uit te sluiten.

Omvang risico in euro’s:    €     5.000.000
Kans dat het risico plaatsvindt:                    10%
Financieel effect in euro’s:   €       500.000


7.    Ketenpartners

Omschrijving risico
Als gemeente zijn wij onderdeel van een keten (gemeenschappelijke partijen zoals de provincie, samenwerkingspartners en leveranciers). Als gemeente zijn wij afhankelijk van leverende en uitvoerende partijen. Wanneer deze partijen onvoldoende kwaliteit leveren of onvoldoende financieel gezond zijn, heeft dit mogelijk effect op de taken waarvoor de gemeente Noordoostpolder verantwoordelijk is.

Oorzaak risico
Afhankelijkheid van de keten.

Mogelijk gevolg
Wanneer de keten niet werkt en de verantwoordelijkheid blijft, moeten eventuele leveranties of diensten bij een andere organisatie worden ingekocht. Dit kan door marktwerking leiden tot hogere kosten. Wanneer ketenpartners onvoldoende kwaliteit leveren met betrekking tot de diensten of producten die onder verantwoordelijkheid van de gemeente worden geleverd, kan er imagoschade ontstaan. De gemeente is immers aanspreekpunt.

Beheersmaatregel
Omgang van het risico betreft het verminderen ervan. Diverse controles op datgene wat geleverd wordt, bijvoorbeeld door cliënten te verifiëren. Overleggen met leveranciers, zitting in bestuur (gemeenschappelijke regelingen), etc.
Omvang risico in euro’s:   €     1.237.000
Kans dat het risico plaatsvindt:                   30%
Financieel effect in euro’s:   €        371.000

8.    WMO

Omschrijving risico
De burgers moeten een beroep kunnen doen op WMO als dat noodzakelijk is, ook als het budget niet toereikend is. We spreken bij de WMO-regeling van een openeinderegeling. Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden welke impact bijvoorbeeld de vergrijzing zal hebben op het rijksbeleid van onder andere “langer thuis wonen”. De afgelopen jaren is het aantal burgers dat gebruik maakt van huishoudelijke ondersteuning toegenomen. Met de invoering van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage wordt de hoogte van de eigen bijdrage bij alle maatwerkvoorzieningen afhankelijk van het inkomen. Deze wijziging gaat per 1 januari 2026 in. Hoe de nieuwe, inkomensafhankelijke eigen bijdrage precies uit komt te zien wordt in de komende periode verder uitgewerkt. Welke gevolgen dit zal gaan krijgen op het aantal indicaties voor huishoudelijke ondersteuning is nog niet in te schatten. Ook de al eerdergenoemde indexatie van de tarieven kan anders uitpakken dan voorspeld. Dat deze onderwerpen onzekerheden met zich meebrengen is bij eenieder bekend, maar we zullen daar ook dit jaar weer rekening mee moeten houden.

De ontwikkelingen die worden ingezet op het gebied van beschermd wonen brengen weer nieuwe onzekerheden met zich mee. Beschermd wonen is voor mensen van 18 jaar of ouder die door psychische of psychosociale problemen 24 uur per dag ondersteuning nodig hebben. In 2022 is er een start gemaakt met de voorbereidingen van de doordecentralisatie van beschermd wonen van de centrumgemeenten naar alle gemeenten. De invoering van het woonplaatsbeginsel en het nieuwe verdeelmodel voor beschermd wonen zijn wederom uitgesteld.

De behandeling van het wetsvoorstel woonplaatsbeginsel voor beschermd wonen is controversieel verklaard voor het demissionair kabinet controversieel verklaard. Het nieuwe kabinet heeft op het moment van schrijven nog geen duidelijkheid gegeven hoe met het zogenaamde woonplaatsbeginsel bij beschermd wonen wordt omgegaan. Een nieuwe streefdatum is nog niet bekend. Daarvoor moet de wet eerst door beide kamers worden behandeld. Hierdoor nemen de financiële risico’s toe, ook omdat binnen Flevoland sprake is van een afname van het totale budget van 22%. De overschotten die er tot dusver zijn en mogelijk verdwijnen worden namelijk gebruikt voor de bekostiging van andere regionale WMO-voorzieningen. De huidige aanname laten vooralsnog voor de gemeente geen negatief effect zien. Maar de werkelijke cijfers in de toekomst kunnen leiden tot keuzes, alternatieve oplossingen of dat wel dekking moet worden gezocht.

Oorzaak risico
WMO is een openeinderegeling. Vergoeding door het rijk voor de effecten van de dubbele vergrijzing zijn ongewis. Effectuering van inkomensafhankelijke eigen bijdragen en ontwikkelingen t.a.v. beschermd wonen brengen onzekerheden met zich mee.

Mogelijk gevolg
Financiële tekorten.

Beheersmaatregel
De omgang van het risico is deels het verminderen waar mogelijk en deels het aanvaarden ervan. De WMO is een openeinderegeling, waarbij de instroom niet kan worden gereguleerd. Als de voorziening noodzakelijk is, dan wordt deze gegeven. Er wordt wel getoetst op de noodzakelijkheid van de voorziening en er wordt afgeschaald waar mogelijk door regie hierop te voeren.

Omvang risico in euro’s:   €         680.000
Kans dat het risico plaatsvindt:                   50%
Financieel effect in euro’s:   €        340.000

9.    Schade door uitval van één, meerdere of alle NOP-ICT systemen

Omschrijving risico
Voor het overgrote deel van de gemeentelijke processen worden diverse proces specifieke en ondersteunende applicaties en infrastructuren gebruikt. Gedeeltelijke of gehele uitval van stroom voor deze voorzieningen is een risico voor de bedrijfscontinuïteit. In het bedrijfscontinuïteitsplan wordt bij uitval het crisisbeheersteam ingezet om mitigerende maatregelen te nemen. Uitval van het netwerk van de gemeente (geautomatiseerde informatievoorziening) en uitval van de stroomvoorziening worden hierin specifiek vermeld. Om risico's te beperken zijn en worden voortdurend maatregelen genomen om te risico's te beperken. Te noemen zijn noodaggregaat GH en GW en UPS; datacentra zijn dubbel uitgevoerd (redundant) en data veiligstellende voorzieningen.

Oorzaak risico
Door (tijdelijke) stroomuitval van applicaties en infrastructuur, waaronder schade door interferentie van internetfeed.

Mogelijk gevolg
Discontinuïteit van een of meerdere processen/ dienstverlening.

Beheersmaatregel
De omgang van het risico is deels het overdragen en deels het verminderen ervan. Er wordt al en aanvullend gewerkt aan vermindering van de risico's van stroomuitval (back-up voorzieningen, redundantie inbouw etc.). Door de steeds verdergaande Cloudtransitie ('verSaaS-ing') worden risico's voor uitval van systemen (door hacks, stroomuitval of anderszins) middels contractuele afspraken (SLA) overdragen aan de cloud-leveranciers. Met in SLA's gegarandeerde uptime van 99,9% is 0,1% uitval per jaar, 1,5 dag het equivalent.

Omvang risico in euro’s:   €        450.000
Kans dat het risico plaatsvindt:                   70%
Financieel effect in euro’s:   €        315.000

10.   Toename problematische schulden

Omschrijving risico
De afgelopen jaren wordt er een toename van het aantal huishoudens met problematische schulden geconstateerd (CBS, Divosa, Humanitas). Deze stijging vindt ook in de Noordoostpolder plaats. Dit houdt onder meer in dat in de gemeente een toenemend aantal inwoners een beroep doet op schuldhulpverlening bij de gemeente. Daarnaast is er bijna een verdubbeling van het aantal vroeg signaleringen in 2024 ten opzichte van 2023. Dit zijn signalen die door schuldeisers (verhuurders, verzekeraars, energiemaatschappijen, etc.) aan de gemeente worden gegeven als er sprake is van een (beginnende) betalingsachterstand zodat de gemeente kan proberen te helpen om problematische schulden te voorkomen.
Naast de toename van het aantal huishoudens met schulden en aantal vroeg signaleringen, was één van de kabinetsdoelstellingen van het vorige kabinet een halvering van het aantal huishoudens met problematische schulden in 2030. Dit houdt in dat dat, terwijl het aantal huishoudens met problematische schulden toeneemt, vanuit het Rijk een halvering beoogd wordt. Hiervoor heeft het Rijk landelijk €40 miljoen beschikbaar gesteld via de algemene uitkering. Omgerekend naar de Noordoostpolder zou dit ongeveer €110.000 inhouden (exacte bedrag nog niet duidelijk). In hoeverre dit ook een doelstelling blijft in het huidige kabinet is niet duidelijk.

Oorzaak risico
De afgelopen jaren wordt er een toename van het aantal huishoudens met problematische schulden geconstateerd.

Mogelijk gevolg
Toenemend beroep op schuldhulpverlening bij de gemeente.

Beheersmaatregel
De omgang van het risico is deels het vermijden waar mogelijk en deels het verminderen ervan. Als deze ontwikkeling doorzet moet de gemeente extra inzet plegen om zo de aantallen huishoudens met problematische schulden zo veel mogelijk te voorkomen (vroeg signalering). Daarnaast is dan extra inzet nodig om de beoogde halvering ter realiseren. Hiervoor kijken we ook kritisch naar het anders inrichten van processen en samenwerking met partners. Het is nog onduidelijk hoeveel de exacte toename aan werk zal zijn, maar de inschatting is dat extra inzet noodzakelijk is (1-2 fte).

Omvang risico in euro’s:   €        160.000
Kans dat het risico plaatsvindt:                   70%
Financieel effect in euro’s:   €        112.000

Deze pagina is gebouwd op 11/19/2024 10:45:29 met de export van 11/19/2024 10:42:57